Over Zoete Toekomst Texel

Onder de boeren op Texel leeft al jaren de wens om het eiland zelfvoorzienend te maken op het gebied van zoet water. Texel is voor de zoetwatervoorziening namelijk volledig afhankelijk van regenwater en van de drinkwaterleiding met het vaste land. Er geldt ook een permanent en algeheel beregeningsverbod. De agrariërs op het eiland houden daarom rekening met eens in de vier jaar, een lage opbrengst. Om de gewassen op de gewenste momenten voldoende water te kunnen geven – ook tijdens de vele droge zomers die er nog aan komen – willen de boeren op Texel zelfvoorzienend zijn op het gebied van zoet water. Samen met LTO Noord en Acacia Institute hebben zij het initiatief genomen en het project ‘Zoete Toekomst Texel’ ontwikkeld. 

Overzicht van de partners Overzicht van de partners.

Regenwater langer vasthouden 

Om de landbouw op Texel te voorzien van water valt er in een heel jaar voldoende neerslag. Alleen valt de meeste regen in de winter. Dan is het water niet nodig en wordt het overschot de Waddenzee ingepompt. Jaarlijks gaat er zo 44 miljoen m3 aan zoet water verloren. Uit de voorstudie is gebleken dat voor alle landbouw op Texel jaarlijks 6 tot 7 miljoen m3 nodig is. Dat betekent dat er 15% van het water vastgehouden moet worden: een uitdaging die agrariërs van Texel graag aangaan. 

Op twee locaties water opslaan 

Voor het project ‘Zoete Toekomst Texel’ wordt de komende drie jaar op twee locaties getest of regenwater vanaf het najaar in de grond kan worden opgeslagen. In de zomer wordt het water dan op een zuinige en slimme manier gebruikt om 50 tot 100 hectare aan akkers te irrigeren. De oprichting van watercoöperaties voor het beheer en verdeling van de zoetwatervoorraden vormt samen met de opzet van financieringsarrangementen een belangrijk onderdeel van het project.
 
Na drie jaar ’Zoete Toekomst Texel’ is de verwachting dat twee ondergrondse opslagsystemen, van 50 tot 100 hectare, op Texel zijn gerealiseerd. Hieraan is een proces van inventarisatie, berekening en ontwerp voorafgegaan om ervoor te zorgen dat zoet water uit percelen kan worden opgevangen, opgeslagen in de ondergrond en voor gebruik in de landbouw kan worden onttrokken.